5. Krachten meten: Uitleg tabellen en grafieken

 

TABELLEN EN GRAFIEKEN

 

Grafieken en tabellen komen we in het dagelijks leven heel veel tegen.

In kranten, tijdschriften, werkstukken enz. worden deze bijna altijd wel gebruikt.

Dit is handig omdat je met behulp van grafieken en tabellen veel informatie overzichtelijk kunt weergeven.

Aan de hand van een voorbeeld gaan we kijken hoe we een tabel en een grafiek kunnen maken.

 

Steve wil met een taxi van taxibedrijf Ptax een rit maken.

Hij vraagt aan de chauffeur hoe hij de prijs berekent die hij moet betalen om mee te rijden.

De chauffeur antwoordt: ''Je moet in ieder geval 4 gulden betalen en daar komt nog 2 euro per kilometer bij".

 

Het taxibedrijf hanteert voor het berekenen van de ritprijs dus de volgende formule: Ritprijs = 4 + 2 x aantal kilometer

 

Tabel maken:

Steve weet niet hoeveel kilometer de rit is, die hij wil maken.

Om een overzicht te krijgen van verschillende ritprijzen maakt hij een tabel.

Daarvoor kiest hij zelf een paar getallen voor het aantal kilometers.

In dit geval kiest hij vrij willekeurig 0, 1, 2, 5, 10, en 20 km.

Bij elk aantal km berekent hij dan de bijbehorende ritprijs.

Als voorbeeld berekent hij bij een rit van 5 km: Ritprijs = 4 + 2 x 5 = 4 + 10 = 14

 

De complete tabel ziet er als volgt uit:

Ritprijzen bij taxibedrijf Ptax

 

 

Nu kan Steve in zijn tabel gelijk aflezen wat hij moet betalen bij verschillende eindstanden.

Als Steve nu een rit zou maken van 10 kilometer, zou hij daarvoor 24 euro moeten betalen.

 

Steve besluit om bij deze tabel een grafiek te maken, omdat hij ook gelijk wil kunnen opzoeken wat hij moet betalen

als hij bijvoorbeeld een rit van 9 kilometer of 14,5 kilometer maakt.

Natuurlijk kan hij ook een hele grote tabel maken, maar dat is ten eerste veel te veel werk en

ten tweede is een grafiek in dit geval veel overzichtelijker.

 


Bij het maken van een grafiek moet je op de volgende punten letten:

 Boven de grafiek moet een titel staan.

 Maak de assen ongeveer even lang en niet te klein (ongeveer 10 cm).

 Bedenk wat het grootste getal is dat langs de assen moet komen.

 Zet altijd informatie langs de assen.

 Wat bovenal de tabel staat, komt langs de horizontale as.

 Wat onderin de tabel staat, komt langs de verticale as.

 De getallen langs de assen moeten regelmatig oplopen.

 

Uit bovenstaande tabel  volgen de volgende punten die je in het assenstelsel moet tekenen:

(0,4) , (1,6) , (2,8) , (5,14) , (10,24) en (20,44).

Door deze punten teken je met potlood een lijn.

De grafiek die Steve dan krijgt zie je hieronder.

 

 

In de grafiek kan Steve lezen dat een rit van 9 kilometer 22 gulden kost.

Hoe Steve dat afleest in de grafiek zie je hierboven:

  1. Op de horizontale as zoekt Steve 9 kilometer op.
  2. Vanaf daar gaat hij verticaal omhoog tot hij bij de grafiek uitkomt.
  3. Vanaf de grafiek gaat Steve horizontaal naar de verticale as.
  4. Daar leest hij de ritprijs af.


Maak jouw eigen website met JouwWeb